Begrotingsrechtmatigheid

De begrotingsrechtmatigheid bekijken we binnen het totaal van een programma. Volgens de Commissie BBV hoeven we alleen de lastenkant in de rechtmatigheidstoets voor het begrotingscriterium te betrekken. Volgens de bepalingen in artikel 189, lid 3 van de Gemeentewet is alleen voor de lasten een begroot maximum vastgelegd.
Het Normenkader is daar ook op gericht. De gemeenteraad autoriseert het college op programmaniveau. Blijven de lasten binnen het totaal van het programma dan zijn deze rechtmatig. De mutaties en (afwijkende) activiteiten die zich binnen een programma hebben voorgedaan zijn toegelicht in het verslag over de uitvoering van de programma's.

Hiermee rekening houdend ontstaat het volgende beeld.
V = onrechtmatig maar telt niet mee in oordeel
X = onrechtmatig en telt wel mee in oordeel

Programma Inwoner

Geen overschrijding van het lastenbudget van dit programma.

Programma Onze buurt

Geen overschrijding van het lastenbudget van dit programma.

Programma Onze gemeente
Geen overschrijding van het lastenbudget van dit programma.

Programma Ons geld
Er is een overschrijding van het lastenbudget van dit programma.
V = de overschrijding is ontstaan door:

Hogere dotatie aan de reserve lopende projecten leidt op programma Ons geld tot een nadeel van € 586.000. Hier staan voordelen op de overige programma's tegenover.
Dotatie aan Algemene reserve van € 249.000. Dit betreft de vrijval van de reserve aankoop kunstwerken en de reserve attributen sportcomplexen. Deze is conform de vastgestelde Nota reserves en voorzieningen toegevoegd aan de Algemene reserve. Hier staat eenzelfde voordeel tegenover op dit programma.
Dotatie aan de reserve Natuur & Landschap leidt op programma Ons geld tot een nadeel van € 18.000. Hier staat een voordeel tegenover op programma Onze buurt.
Dotatie aan de reserve Speeltuinen leidt op programma Ons geld tot een nadeel van € 28.000. Hier staat een voordeel tegenover op programma Onze buurt.

Programma Overhead
Er is een overschrijding van het lastenbudget van dit programma.
V = de overschrijding is ontstaan door:

Hogere doorbelasting vanuit de kostenverdeelstaat leidt op programma Overhead tot een nadeel van € 167.000. Hier staan voordelen op de overige programma's tegenover, want de totale doorbelasting vanuit de kostenverdeelstaat is lager dan begroot (voordeel € 313.000).
De lagere doorbelasting naar projecten leidt op programma Overhead tot een nadeel van € 258.000. Het gaat hier om uren die geraamd waren op projecten, maar die ten laste van de reguliere exploitatie komen.
Niet verrekenbare BTW over 2021 leidt op programma Overhead tot een nadeel van € 59.000.

Overschrijding kredieten
Geen bijzonderheden