Paragrafen

Financiering

Rente

Koersrisico
Het koersrisico is het risico dat de waarde van aandelen of obligaties daalt door koersontwikkelingen. Wij lopen weinig koersrisico, omdat onze gelden zijn uitgezet op vastrentende waarden die niet gevoelig zijn voor koersontwikkelingen.

Renterisico
Er zijn twee normen die aangeven hoe groot het renterisico is.

  1. Kasgeldlimiet

Dit is een norm die aangeeft hoeveel geld we mogen lenen voor een periode korter dan een jaar. De kasgeldlimiet voor 2021 bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal naar de stand van 1 januari. Volgens deze norm mogen wij 8,5% van 94.045.000 = € 8 miljoen lenen.
In de Wet financiering decentrale overheden staat dat de kasgeldlimiet gedurende twee achtereenvolgende kwartalen mag worden overschreden. Wij voldoen in 2021 aan de gestelde norm. In onderstaand overzicht is het verloop per kwartaal aangegeven.

  1. Renterisiconorm

Deze norm geeft aan dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen van huidige en nieuwe leningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal
(€ 94.045.000). Voor onze gemeente betekent dit dat de aflossingen en de renteherzieningen onder de € 18,8 miljoen moeten blijven. In 2021 zijn de lasten voor renteherziening en aflossing € 2,3 miljoen. Wij blijven in 2021 dus ruim onder de norm.

Rentebeleid
Zowel de korte als de lange rente is momenteel historisch laag. De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB heeft in 2021 nog verklaard "dat voor langere tijd de rentes op een laag niveau zullen blijven".
In de jaarrekening 2021 hebben wij gerekend met een rente percentage van 1,50% voor de reserves en vaste activa. Voor de grondexploitatie zijn we uitgegaan van een rentepercentage van 0,69%.
te nemen.

(bedragen x € 1.000)

1e kwartaal 2021

2e kwartaal 2021

3e kwartaal 2021

4e kwartaal 2021

1)

Toegestane kasgeldlimiet

- in procenten van de grondslag

8,50%

8,50%

8,50%

8,50%

- in bedragen

7.994

7.994

7.994

7.994

Netto vlottende schuld

2)

Omvang vlottende korte schuld

5.500

4.750

0

0

3)

Vlottende middelen

3.011

6.009

5.822

4.342

4)

Totaal netto vlottende schuld (2-3)

2.489

-1.259

-5.822

-4.342

Ruimte+/Overschrijding- (1-4)

5.505

9.253

13.816

12.336

De commissie BBV adviseert een schema rentetoerekening op te nemen. Doelstelling is het bevorderen van een eenduidige handelswijze over rente door gemeenten. Dit schema geeft inzicht in de rentelasten van externe financiering en het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.
Hieronder vindt u het schema rentetoerekening.

Schema rentetoerekening zonder bespaarde rente

Externe rente korte en lange financiering

645.225

Externe rentebaten

-152.719

492.506

Af : rente grondexploitatie

-13.260

Af: rente projectfinanciering

0

Saldo door te rekenen externe rente

479.246

Rente eigen vermogen

915.694

Rente voorzieningen contante waarde

91.716

Toe te rekenen rente taakvelden

1.486.656

Werkelijk aan taakvelden toegerekend

1,50%

1.373.176

Renteresultaat

-113.480

Deze pagina is gebouwd op 07/18/2022 11:32:19 met de export van 07/18/2022 10:43:40